Met Der Golem, wie er in die Welt kam (1920) grijpt regisseur Paul Wegener al voor de derde keer naar het motief van de golem. De legende van de golem ontwikkelde zich vanaf de middeleeuwen en er bestaan meerdere varianten van. Het verbreidst is de versie van de Praagse golem, waarop Wegener hier teruggrijpt. Deze speelt zich af in het 16e-eeuwse Praag. De keizer vaardigt het bevel uit om de Joodse bevolking uit hun wijk te verdrijven. Om dit onheil af te wenden, wekt rabbi Löw de uit leem gevormde golem tot leven. Nadat deze de keizer het leven heeft gered, wordt het bevel ingetrokken en wordt de golem weer onschadelijk gemaakt. De assistent van de rabbi wekt hem echter uit persoonlijke motieven opnieuw tot leven en een reeks onfortuinlijke gebeurtenissen leidt er vervolgens toe dat de golem onhandelbaar wordt en chaos en verwoesting over de Joodse wijk brengt. Alleen een onschuldig kind kan hem uiteindelijk een halt toeroepen.
Het in de ateliers van Berlijn-Tempelhof gecreëerde decor is geen imitatie van de Joodse wijk van Praag, maar geeft een omgeving weer die in hoge mate bijdraagt aan de sfeer van de film. De stad met zijn smalle steegjes, scheve huizen en spitse gevels werd geheel in expressionistische stijl ontworpen door de architect Hans Poelzig. Regisseur Paul Wegener ontwierp samen met de beeldhouwer Rudolf Belling de markante gestalte van de golem.
Details over de film:
Der Golem, wie er in die Welt kam, 1920 (87 Minuten)
Regisseren: Paul Wegener, Carl Boese
Script: Paul Wegener, Henrik Galeen
Productie: Paul Davidson
Productie bedrijf: Projektions-AG »Union« (PAGU), Berlin
Camera: Karl Freund
Cast:
Golem: Paul Wegener
Rabbi Löw: Albert Steinrück
Löws Tochter Mirjam: Lyda Salmonova
Löwes Gehilfe: Ernst Deutsch
Junker Florian: Lothar Müthel
Kaiser: Otto Gebühr
Rabbi Jehuda: Hans Sturm
Kebse des Kaisers: Dore Paetzold
Tempeldiener: Max Kronert
Mägdelein mit Rose: Greta Schröder
das kleine Mädchen: Loni Nest