Max Beckmann (1884 Leipzig - 1950 New York)
Kleine italienische Landschaft, 1938
Provenance, WVZ-Kunsthalle/databank, stand van zaken oktober 2020
Ilse Leembruggen von Lieben, Den Haag (z. j.); erven Ilse Leembruggen von Lieben, Den Haag (z. j.); Galerie Valentien, Stuttgart (z. j.); Kunsthalle Emden (sinds 1986, gift van Henri Nannen)
Provenance, stand van zaken juni 2022
Bezit van de kunstenaar, Amsterdam (1938)
Collectie Ilse Leembruggen von Lieben, Den Haag (sinds 1938 - 1961, aankoop van de kunstenaar)
Gemeenschap van erfgenamen Ilse Leembruggen von Lieben, Den Haag (sinds 1961 - 1978, legaat Ilse Leembruggen von Lieben)
Galerie Valentien, Stuttgart (mog. sinds 1978 - 1979, mogelijk aankoop via Sotheby's New York)
Collectie Henri Nannen, Hamburg (sinds 1979 - 1986, aankoop van Galerie Valentien)
Henri en Eske Nannen Stichting en Otto van de Loo Schenking, Emden (sinds 1986, gift van Henri Nannen)
Op 17 juli 1937, één dag voordat Hitler de Große Deutsche Kunstausstellung in het Haus der Deutschen Kunst in München opende en twee dagen voordat de lastertentoonstelling "Entartete Kunst" in de Hofgarten in München van start ging, emigreerden Max Beckmann en zijn vrouw naar Amsterdam.
Voordien waren honderden werken van Beckmann in Duitse musea als "ontaard" in beslag genomen. 21 van de werken waren te zien op de lastertentoonstelling.
Nog voor de nationaalsocialisten de macht grepen, werd de beroemde schilder al vijandig bejegend. In 1933 werd hij uiteindelijk als "ontaarde kunstenaar" ontslagen als docent aan de kunstnijverheidsschool van Frankfurt.
Amsterdam had eigenlijk een doorgangsstation naar de VS moeten zijn, maar de Duitse bezetting van Nederland doorkruiste de plannen van de Beckmanns en zij bleven er 10 jaar totdat zij uiteindelijk in 1947 naar de VS emigreerden.
Kleine italienische Landschaft werd geschilderd na Beckmanns emigratie. De schilder verkocht het in 1938, het jaar waarin het werd geschilderd, aan Ilse Leembruggen von Lieben, een joodse verzamelaarster die in Den Haag woonde. Zij was de tante van een van zijn vroegere leerlingen. Voltooiing en verkoop werden door Max Beckmann opgetekend in zijn inventarisboek.
Het schilderij bleef tot 1961 in het bezit van Ilse Leembruggen von Lieben. Later behoorde het toe aan haar gemeenschap van erfgenamen, die het in 1978 te koop aanbood bij veilinghuis Sotheby's. Galerie Valentien in Stuttgart zou het schilderij op de veiling kunnen hebben verwerven, hoewel daar tot op heden geen bewijs voor is gevonden.
In maart 1979 kocht Henri Nannen het schilderij van Galerie Valentien (bron: factuur) en schonk het in 1986 aan de Kunsthalle Emden.
Conclusie: De provenance van het schilderij is onberispelijk. Het schilderij werd in ballingschap gemaakt en kwam pas na 1945 naar Duitsland.
