Eerlijke en rechtvaardige oplossing

Wat gebeurt er als een kunstwerk in de collectie wordt geïdentificeerd als door de nazi's geroofd bezit?

Door via het Deutsche Zentrum Kulturgutverluste een claim in te dienen, verplichten zowel particuliere als overheidsinstellingen zich ertoe de beginselen van Washington na te leven en de doelstellingen van de gezamenlijke verklaring te volgen. Dit houdt in dat “de nodige stappen moeten worden ondernomen om tot een rechtvaardige en eerlijke oplossing te komen”. In de praktijk moeten dergelijke oplossingen voor elk geval afzonderlijk worden uitgewerkt voor overeenstemming kan worden bereikt.

Er is een breed scala van eerlijke en billijke oplossingen mogelijk: Een daarvan is restitutie, waarbij het werk wordt teruggegeven aan de benadeelde partijen of hun rechtsopvolgers. Indien het kunstvoorwerp een belangrijk collectiestuk is, is het ook denkbaar dat het kunstwerk na teruggave als permanent bruikleen aan het restituerende museum ter beschikking wordt gesteld. Het is ook mogelijk dat het museum het kunstwerk teruggeeft om het vervolgens terug te kopen om het voor de collectie te behouden en om het publiek te kunnen blijven tentoonstellen. Een andere billijke en rechtvaardige oplossing is het om het cultuurgoed tegen betaling van een schadevergoeding in het museum te laten. Gewoonlijk gaat het vinden van een dergelijke oplossing gepaard met een overeenkomst om de herkomst en de onrechtmatigheid van de onteigening transparant te maken. Bijvoorbeeld door middel van de wandteksten bij een tentoonstelling.

Vooral voor privaatrechtelijke instellingen en particuliere verzamelaars is het meestal een grote opgave om een eventuele vergoeding, teruggave of eventuele terugkoop te regelen binnen het kader van een eerlijke en billijke oplossing. De Kunsthalle Emden heeft hier tot nu toe twee keer ervaring mee opgedaan. In 1999, het jaar nadat de beginselen van Washington waren opgesteld, werd het schilderij Knabe vor zwei stehenden und einem sitzenden Mädchen van Otto Mueller teruggegeven. In 2002 heeft de Kunsthalle met de nazaten van benadeelde partijen een billijke oplossing gevonden voor het schilderij Bauernhof van Emil Nolde.

Een bijzonder geval is het schilderij Männliches Bildnis van Hanns Ludwig Katz. Het schilderij werd in 1937 als “ontaard” geconfisqueerd. Het kwam niet uit particulier bezit maar uit een openbaar museum. Om de rechtsvrede te bewaren, wordt tegenwoordig geen teruggave geëist voor dergelijke inbeslagnemingen. De nazi-wet van 1938 betreffende de confiscatie van “ontaarde kunst” zonder vergoeding werd na afloop van de oorlog niet ingetrokken door de Geallieerde Controleraad, maar bleef tot 1968 in werking toen de wet niet in de verzameling van het Bundesgesetzblatt (het Duitse staatsblad) werd opgenomen. Juridisch gezien wordt ervan uitgegaan dat het nationaalsocialistische Duitse Rijk eigenaar was van de kunstwerken en deze kon verkopen overeenkomstig de eigendomsrechten. De verkooptransacties behielden dus hun geldigheid.

Terug naar het overzicht

Ga verder naar de volgende tekst

Drücke Enter, um die Suche zu starten